In het groentepakketje van deze week zit een – voor sommigen – nobele onbekende: paksoi. Met deze Oosterse groente kan je heel wat kanten uit zoals stoven, in slaatjes of gewoon gekookt. Maar populairst is ie door z’n oorsprong toch in de wok. Een receptje met pit, voor twee personen:
Ingrediënten:
Snij de harde voet van de paksoi, hierdoor krijg je allemaal losse stengels. Was de groente en snijd in reepjes. Zowel het witte gedeelte als de groene bladeren zijn eetbaar. Ook de lente-uitjes snijd je in ringetjes. Schil en rasp de gember. De kipfilet snijd je in stukjes van een dikke centimeter.
Breng intussen al (gezouten) water aan de kook voor de noedels. Laat ze vijf minuten koken en giet dan af. De wok zet je ook al op het vuur met olie. Als die goed heet is, roerbak je de kipfilet met gember en sambal. Goed omscheppen tijdens het wokken.
Na een minuut of vijf zal de kip klaar zijn. Zet de kip even aan de kant en doe opnieuw olie in de wok: nu ga je de paksoi en de lente-ui bakken. Opnieuw goed omscheppen, de groenten hebben maar een dikke minuut nodig. Voeg dan de sojasaus en de sesamolie toe. Roerbak even mee en voeg dan de kip opnieuw toe. Als laatste gaan de sojascheuten erin. Et voilà, de pittige paksoi met kip is klaar: schep de noedels in een bord, de paksoi en kip er bovenop. Eventueel nog afwerken met wat geroosterde sesamzaadjes. Smakelijk!