Paksoi is een veelzijdige groente, die je zowel kan bakken, stoven of rauw eten. Maar bovenal staat toch de wok, niet zo vreemd als je weet dat deze groente Oosterse roots heeft.
Snijd de kipfilet in blokjes (of pel de scampi’s en verwijder het darmkanaal). Meng de helft van de chilisaus met de sesamolie en marineer hierin een half uurtje de kip/scampi’s/tofu. Snipper de ui en knoflook. Snijd de paprika in reepjes. Het witte ‘kontje’ mag van de paksoi, daardoor krijg je allemaal losse stengels. Het witte gedeelte snijd je in stukjes, de bladeren mag je in reepjes doen of zelfs gewoon ongesneden laten. Verhit de wokolie, de wok moet flink heet zijn. Bak nu de kip. Flink omroeren. Na een minuutje of zo mogen de ui, look en paprika erbij. Ook de witte stelen van de paksoi kunnen er een minuut later in. Roerbak alles. De resterende chilisaus en het blad van de paksoi doe je er op het allerlaatste bij. Schep goed door. Vooral opletten dat de groentjes beetgaar blijven. Serveer met witte rijst, geroosterde sesamzaadjes en gesnipperde lente-ui.